GPS en GPRS spelen allebei een belangrijke rol bij track and trace. Maar waarvoor staan ze precies? Wij stellen ze hierna in het kort aan u voor.
GPS
GPS is de afkorting van Global Positioning System. Concreet bestaat het GPS-systeem uit een netwerk van 24 satellieten die op 20.200 km hoogte rond de aarde cirkelen. De eerste van die 24 satellieten werd in 1978 gelanceerd door het Amerikaanse leger. Het GPS-project was namelijk aanvankelijk vooral voor militaire doeleinden bedoeld. Het volledige GPS-netwerk is operationeel sinds 1995.
Plaatsbepaling via GPS werkt als volgt: een GPS-ontvanger die zich in een voertuig op aarde bevindt, kan zijn positie bepalen wanneer hij een signaal ontvangt van minstens vier GPS-satellieten. Het toestel krijgt de input wat zijn afstand is ten opzichte van deze satellieten en kan zo zijn exacte positie bepalen binnen een driedimensionale ruimte. Niet enkel auto’s kunnen dus hun positie dus bepalen door middel van GPS. Ook het International Space Station (iss) maakt gebruik van het GPS-netwerk om zijn exacte positie in de ruimte te kennen!
In 2014 zal Europa van start gaan met haar eigen GPS-systeem: Galileo.
GPRS
GPRS staat voor General Packet Radio Service. In feite gaat het hier om een techniek die een uitbreiding vormt op het bestaande gsm-netwerk. Met deze technologie kan op een efficiëntere, snellere en goedkopere manier mobiele data verzonden en ontvangen worden. Ook wanneer het gaat om data die nodig zijn voor track en trace systemen.
Wanneer een GPS-ontvanger contact heeft gelegd met de GPS-satellieten, moeten deze gegevens worden doorgegeven naar een centrale unit waar ze kunnen worden verwerkt. Dit gebeurt bij voorkeur via het GPRS-netwerk.